Niets is wat het lijkt Podcast Afl. 11: Waarom praten we over stinkend rijk of steenrijk?

Afl. 11: Waarom praten we over stinkend rijk of steenrijk?

Afl. 11: Waarom praten we over stinkend rijk of steenrijk? post thumbnail image

Beluister op Soundcloud:

Beluister op Spotify, Apple Podcast en Stitcher

Link naar deze aflevering

Tekst van deze aflevering over stinkend rijk zijn

Op deze pagina vind je de tekst van de podcast, documentatie en kan je stemmen als je wilt dat ik op bevel als writer on demand een boekje schrijf met nog veel meer informatie over de twaalf heilige dagen van kerst.

Maar om te stemmen moet je helemaal tot beneden scrollen. Ik beloof je wel dat je ondertussen mooie afbeeldingen en video’s tegenkomt. 

De onderstaande uitgeschreven tekst is zoals ik het vertel, dus perfect is het Nederlands niet, want mijn podcast is met zo weinig mogelijk verbeteringen opgenomen. Gewoon door te vertellen. Daarom de West-Vlaamse tongval, met inslikkende medeklinkers, dezelfde uitspraak voor een ‘g’ en een ‘h’. Wie een hekel heeft aan West-Vlaams, die luistert beter niet. Maar dan weet je ook niet wat je mist. Een moeilijke keuze, ik weet het.

Uitgeschreven tekst podcast:

Je hebt wellicht enkele wensen voor 2022 op papier gezet. Een soort bucketlist. Bij veel mensen komt daar wellicht op te staan dat zij ervan dromen om rijk te worden. Stinkend rijk of steenrijk. Maar waar komen deze uitdrukkingen vandaan?

Laten we beginnen met steenrijk.

Waar komt deze uitdrukking vandaan?

Je zou kunnen zeggen: wie rijk is aan stenen, die heeft huizen, dus die is rijk. Bakstenen waren in de oude tijden duur voor de armere bevolking, die konden zich niet veroorloven om een stenen huis te bouwen.  Dus werden het huizen in hout (als West-Vlaming moet ik nog eventjes verduidelijken dat ik hiermee niet het edelmetaal goud bedoel). Gelukkig is die tijd voorbij. De ironie wil dat we, toch de eerder begoeden onder ons, nu wel naast onze bakstenen huizen ook houten bijgebouwen, liefst dan nog in eik of een andere dure houtsoort in onze achtertuin plaatsen. Of het nu voor een extra werkruimte, overdekt terras, buitenkeuken of voor het zwembad is.

Maar als Belg ben je al vanaf je geboorte steenrijk: want wij zijn al allemaal geboren met een baksteen in onze maag. Dus zijn we eigenlijk van geboorte al steenrijk. Bovendien houden we ook wel ervan om steen en been te klagen, want dergelijke bijgebouwen vormen soms ook wel eens steen des aanstoots bij de buren. Zeker in corona tijd is het stenen uit de grond klagen vaak tot een nieuwe volkssport verheven. Wie zonder zonde is, die werpt de eerste steen. Je ziet dat we als volk een goede relatie hebben met stenen. Alleen vragen stenen, bakstenen dus, vooral geld. Dus het helpt als je steenrijk bent. Daarom wellicht dat de alchemisten in de middeleeuwen de steen der wijzen zochten. Wie die bezat, zou ook nooit meer moeite gehad hebben om zijn hypotheek af te betalen van zijn stenen huis.

Alchemist steen der wijzen

De alchemist op zoek naar steen der wijzen, door Joseph Wright in 1771 – bron: Wikipedia

Dat men het over stenen heeft als men dit in verband wil brengen met rijkdom is dus niet te verwonderen: ook de heilige graal had iets te maken met een steen: het is een edelsteen volgens Wolfram von EschenbachKoning Arthur kreeg zijn status door een zwaard uit een rots, uit een steen te trekken. Maar ook in de religies zijn stenen belangrijk: denk maar aan de stenen kringen, zoals Stonehenge of hunebedden, christenen vieren hun eucharistieviering aan stenen altaren in kerken waar het steenhouwen tot kunst verheven is of denk aan de stenen tafelen van Mozes, in de Islam eert men in Mekka de zwarte steen. Hoe dan ook, stenen zijn al altijd belangrijk geweest voor mensen. Hoe meer stenen, hoe rijker: de Egyptische farao met de grootste piramide wou ook tonen dat hij rijk was.

Maar wat als je niet steenrijk bent, misschien ben je dan wel stinkend rijk?

Er wordt in de taalwereld al een tijdje gespeculeerd waar de uitdrukking een rijke stinkerd vandaan komt. Met de uitdrukking een rijke stinkerd wordt een rijke man of vrouw bedoeld. De uitdrukking heeft een toon van jaloezie, spot of minachting, vind ik persoonlijk. Terwijl er toch niets verkeerd is met geld verdienen zolang je het niet doet ten nadele van anderen en er goede dingen mee doet. Over het algemeen worden er meestal 4 redenen aangehaald wat de herkomst is van de uitdrukking “een rijke stinkerd”:

De 4 mogelijke oorsprongen van de uitdrukking een rijke stinkerd of stinkend rijk.

  1. De rijken waren geparfumeerd

In de zeventiende en achttiende eeuw hadden de mensen een slechte persoonlijke hygiëne. Er waren nog geen douches of schoonheidsproducten zoals shampoo. Men droeg een pruik zonder dat de haren gewassen werden. Het waren enkel de rijken die zich konden parfumeren. In die zin leven we nu in een luxueuze tijd in vergelijking met vroeger. De rijken roken dus wellicht goed, tenzij ze te veel parfum gebruikten, hoe ben je als je iets nieuws hebt? Nu nog zijn er mensen die overdreven rond zich spuiten met parfums of after shave. Dat zijn dan wellicht diegenen die nog dominerende DNA uit de zeventiende of achttiende eeuw bezitten. Hoe dan ook werden de rijke geparfumeerden wellicht door de rest van de bevolking als ‘stinkerds’ aanzien.

Eau de cologne Boldoot

Affiche van de Nederlandse eau de cologne-fabrikant J.C. Boldoot uit 1897, getekend door Henri Privat-Livemont – bron: Myinnervictorian.nl

  1. Het scheldwoord stinkerd

Stinkerd kan ook gewoon een synoniem zijn van ‘heel erg’. Stinkend rijk betekent dan gewoon heel erg rijk. Een versterkend woord. In 1734 schreef Justus van Effen dat iemand ‘stinkend veul’ van zijn vrouw hield.

Justus van Effen

Justus van Effen, Nederlands cursiefjesschrijver (1684-1735) – bron: Wikimedia

 In 1782 staat er in een krant dat er een stad is ‘stinkend vol volk’. Maar stinker was ook een scheldwoord, het verwees naar je aars of kont. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd er in kranten geschreven dat mensen soms aangifte deden bij het gerecht wegens belediging omdat iemand het scheldwoord stinkerd had gebruikt. Dan zou het gerecht met de sociale media vandaag veel meer werk hebben als je hiervoor al klacht zou indienen. Stinkerd is nu wel het minste van mogelijke scheldwoorden. 

Dit fenomeen om rijk en stank met elkaar te verbinden komt niet enkel in het Nederlands voor: de Duitsers spreken over stinkreich  of stinkend reich en de Engelsen over stinking rich.  Stinkend rijk kan je dus in alle talen zijn.

  1. Geld stinkt niet

Voor de derde verklaring moeten we iets verder terug in de tijd. De Romeinse keizer Vespasianus wilde in Rome een grote arena bouwen, het latere Colosseum. Maar daarvoor heb je geld nodig, veel geld. Hij besloot de urinebelasting van Nero terug in te voeren. Want urine was enorm gewild omdat het gebruikt werd voor het ontvetten van wol. Misschien een idee als je ooit zelfgemaakte wol wilt verkopen? Zijn zoon Titus was het er echter niet mee eens. Een generatieconflict. Waardoor vader Vespasianus zijn zoon geld geeft met de historische vraag: ‘stinkt dit?’ Titus moest toegeven dat het geld niet stinkt. Waarop zijn vader zegt: ‘pecunia non olet’ of geld stinkt niet. 

(Tip: Misschien het Belasting- en Douanemuseum in Rotterdam eens bezoeken?)

4. Begraven zijn in de kerk zorgt voor stank

Dan is er natuurlijk de verklaring die de meeste mensen wel al gehoord hebben van een rondleiding hier of daar: namelijk dat de rijken die in de kerk begraven lagen, zorgden voor geurhinder. Of toch in de verbeelding van de mensen, want men zorgde er wel voor dat de graven goed afgesloten waren. Wie wil er immers een mis bijwonen met de geur van lijken in zijn neus? Er werden niet enkel rijken begraven in de kerk. Ook andere mensen. Enkel als je niet gedoopt was en misdrijven had begaan, kwam je er niet in.  Hoe dichter bij het altaar, hoe rijker. Na 1784 werden er geen mensen meer in de kerk begraven nadat keizer Jozef II dit verbood om hygiënische redenen. Er zijn auteurs die dan ook beweren dat niet alle graven goed luchtdicht zouden geweest zijn, waardoor er wel degelijk geurhinder zou geweest zijn. Nochtans als we nu in kerken lopen waar er nog graven in de kerkvloeren verwerkt zijn, zit dat er toch potdicht uit. Dat is een potje dat niet stinkt volgens mij. 

De meeste auteurs vinden dat stinkend rijk niets te maken heeft met te zijn begraven in de kerk en dat het woord ‘stinkend rijk of rijke stinkerd’ nog relatief jong is: tussen de achttiende en negentiende eeuw. Maar dat is buiten een grafzerk in Lissewege gerekend!

In Lissewege kan je de grafzerk van Josynken bewonderen. Een merkwaardige grafzerk door de spreuk bovenaan: “let op ‘t getal, één huere geldt al”. Maar in dit blogartikel is het vooral de spreuk onderaan de grafzerk die de aandacht trekt: “Menselyke vormen, spyse voor de wormen, van geleike weirde, die wilt mij gedenken die ligt te stinken in ‘t slijk der aarde.

Het slijk der aarde: daarmee wordt verwezen naar geld. En er is sprake van het liggen stinken in de aarde.  Een verwijzing naar rijke stinkerds of stinkend rijk? Dit staat op een grafsteen die ooit in een kerkvloer verwerkt was. En grafsteen uit 1640. De uitdrukking stinkend rijk moet volgens mij dan al bekend zijn geweest. Dat is dus veel vroeger dan de achttiende of negentiende eeuw. Hier geen sprake van parfum, urine of scheldwoorden. Ja, zo’n blogartikel is altijd heel educatief en behandelt de meest eerbiedwaardige onderwerpen.

Want geld heeft, naast stenen, ook altijd iets te maken met vuiligheid: stinkend rijk, rijke stinkerd. Het slijk der aarde: geld heeft iets te maken met modder en grond. Want we hebben ook een spaarvarken: een varken dat ervoor bekend staat dat het zich vaak in de modder wentelt en er heel vuil kan uitzien. Bovendien ruik je niet altijd lekker door het zweten als je er warmpjes in zit. Of als je pas uit je bed komt omdat je slapend rijk bent geworden. 

Voor wie het zich afvraagt hoe je stinkend rijk kan worden: gewoon je stinkende best doen, maar maak er geen stinkend potje van. Als je geld kan ruiken, dan pas verdien je iets. 

Laat mij echter eindigen met de boodschap van Josynken: we zijn allemaal van gelijke waarde. We moeten allemaal eten, slapen, vrijen en sterven allemaal. Of je nu stinkt van het geld of fleurig ruikt naar een nieuw parfum. Of je nu veel stenen hebt of niet. We zijn allemaal gelijk. Wie je bent of wat je doet. Of je nu een lijst met wensen hebt voor het nieuwe jaar of niet. Of steenrijk of stinkend rijk worden erop staat of niet.

Bronnen:

Curioctopus.nl
Grafzerkje.be

Geef een opmerking

Verwante post