Niets is wat het lijkt Podcast Afl. 13: Wat hebben een keltische godin, een narrenschip en carnaval met elkaar te maken?

Afl. 13: Wat hebben een keltische godin, een narrenschip en carnaval met elkaar te maken?

Afl. 13: Wat hebben een keltische godin, een narrenschip en carnaval met elkaar te maken? post thumbnail image

Beluister op Soundcloud:

Beluister de podcast op Spotify, Apple Podcast en Stitcher

Link naar deze aflevering

Tekst van deze aflevering over een keltische godin, een narrenschip en carnaval

Ik mis ze wel de maskers. Nee, niet de mondmaskers, de echte maskers. Het carnaval. Niet dat ik zelf verkleed op straat loop, ik verschuil me al genoeg achter het masker van een pseudoniem als auteur. Maar waar komt die drang vandaag om ons te verkleden, waarom maskeren we ons elk jaar en doen we alsof we iemand anders zijn?

Ik vroeg het me af, dus dacht ik: waarom kijk ik niet eens naar de herkomst van carnaval?

De herkomst van carnaval

Mijn leraar Latijn zweefde eventjes voor mijn ogen: carne of vlees, zou het daar iets mee te maken kunnen hebben? Zoals altijd heeft de geschiedenis gezorgd voor verschillende mogelijkheden: het woord carnaval zou afkomstig kunnen zijn van:

  • carne vale (afscheid van het vlees) – als je veel drinkt, eet je wellicht minder en al dat huppelen en springen zal er misschien inderdaad voor zorgen dat je een beetje lichter weegt en afscheid genomen hebt van je vlees. Alle gekheid op een stokje: het is mogelijk een verwijzing naar de vastenperiode waarbij 40 dagen geen vlees mocht gegeten worden.
  • carrus navalis (scheepskarren): een verwijzing naar het feest in Griekenland ter ere van Dionysus, de god van de landbouw, de wijn, vruchtbaarheid en plezier (later ook gekend als Bacchus bij de Romeinen, denk maar aan het woord bachanaal). Dionysos zou in de stad Hellas op een kar worden rondgevoerd tijdens feesten die eind februari ter zijner ere werden gehouden eind waarbij de eerste nieuwe wijn werd geschonken en alle mogelijke aardse en vleselijke lusten werden gebotvierd. De carrus navalis is een verwijzing naar de kar van Dionysus. Want zeg eens eerlijk: een religieuze processie of een carnavalsstoet, ze lijken toch wel op elkaar?
  • De katholieke kerk heeft zich gehaast om deze feesten te koppelen aan de vastentijd, want de heidense feesten zelf waren onuitroeibaar (eens de teugels los is altijd moeilijk te verbieden), het is dan ook mogelijk dat carnaval als woord komt uit het Italiaans of neo-Latijn: carne lavare of carnem levare: het wegnemen van het vlees dat niet mocht gegeten worden in de vastentijd. Wat overigens als verklaring merkwaardig is, want de meeste mensen konden zich gewoon geen vlees permitteren, dus het wegnemen van het vlees behoorde voor hen tot het dagdagelijkse leven. De meeste mensen waren vegetariër uit noodzaak, terwijl we nu meestal vegetariër zijn omdat we ervoor kiezen. Hoe de tijden veranderen.

Carnaval is een oud feestje

Carnaval is gewoon een voortzetting van de oudste feestjes die er waren. Want feesten, dat hebben de mensen al altijd gedaan: of het nu de feesten waren ter ere van de godin Ishtar in Babylonië, voor de god Osiris in Egypte of voor de Germaanse godin Nerthus die op een kar werd rondgereden: er hebben altijd feesten bestaan om het einde van de winter en de aankondiging van de lente te vieren. Feesten in aanloop naar de lente en de lente equinox rond 21 maart. De kwade geesten van de winter worden verdreven door veel lawaai te maken, te dansen en te springen. Naïef als ik ben, vraag ik me dan af of men carnaval toch niet beter zou laten doorgaan in deze coronatijd? Als ik een virus zou zijn en in zo’n hotsend en springend lichaam vol alcohol zou zitten dat omgeven is door keiharde carnavalsmuziek, ik zou vluchten. Welk virus wilt nu ook in een vuil janet wonen?

Carnaval en reïncarnatie

Met carnaval verkleden we ons en doen we eventjes of we iemand anders zijn. Het is dan wellicht ook geen toeval dat het woord carnaval nogal lijkt op reïncarneren. Ja, ik weet het: het heeft met het vlees te maken, maar toch. Stel nu eens dat we allemaal gereïncarneerd zijn, dat dit inderdaad zo zou zijn, dan zou je je toch heel goed moeten voelen in een pak van een Romeins soldaat als je dat ooit zou geweest zijn. Zowel Germanen als de Kelten hielden rond februari, maart vruchtbaarheidsfeesten waarin veel lawaai werd gemaakt om de kwade geesten te verdrijven en waarbij men zich verkleedde in hun voorouders. Je ziet: de link tussen carnaval en reïncarneren is nog niet zo gek. Wat je al zeker mag besluiten is dat de mens een feestende diersoort is. Feest en beest, het is maar één letter verschil. Geen wonder dat het liedje ‘waar is dat feestje?’ zo’n succes is geworden: we houden al eeuwenlang drankgelagen, bacchanalen, braspartijen en dansfestijnen. Het liedje herinnert ons gewoon aan onze vorige levens.

Carnaval en het Keltische Imbolc

Als je het hebt over carnaval mag je ook de Keltische vieringen  Imbolc niet vergeten.

Het Keltische jaarwiel – bron: Wikipedia

Op 2 februari werd Imbolc gevierd ter ere van de godin Brigid, Brigitta: het feest van de bevruchting van de aarde in het nieuwe zonnejaar. Birgid was de godin van de smederij, vruchtbaarheid, kunst en genezing. Imbolc is ook het feest van de zuivering: we houden niet voor niets de grote schoonmaak in ons huis tijdens februari: februa is Latijn voor zuivering. Zelfs schoonmaaktradities hebben hun historische herkomst. Misschien kan dit idee helpen als je die kast op te ruimen waar je zo tegen op ziet. Het is tegenstrijdig: in de maand die bekend staat voor zuivering en reiniging, gooien we volop confetti en snoep op straat. Het woord Imbolc betekent overigens wellicht ‘in de buik’, de buik van moeder aarde die zorgt voor vruchtbare akkers en gewassen. Tenminste zolang de aarde dit wil. Ik hoop maar dat de aarde niet zo gesteld is op carnaval of ze zou wel eens heel boos kunnen worden omdat er de laatste twee jaren niet meer wordt gedanst op straat tijdens carnaval.

In de katholieke kerk werd Imbolc: Maria Lichtmis, de dag waarop je pannenkoeken eet: een pannenkoek lijkt niet toevallig op de zon, het symbool van de nieuwe vruchtbare periode die de lente met zich meebrengt. De pannenkoek als symbool van het licht. Misschien iets om stil bij te staan als je nog eens een pannenkoek Mikado bestelt: je bestelt een zon die je bedekt met ijs, slagroom en een donkere saus. Wat wil je daar onbewust mee zeggen?

Gedaanteverwisseling bij carnaval

Maar eventjes terug naar de maskers van carnaval. De maskers vertonen gelijkenis met de traditionele Afrikaanse of Aziatische dansers of een andere culturele dansen met maskers. Eigenlijk doe je net als die dansers niets meer of minder dan eens van gedaante verwisselen. En zelfs dat heeft een Keltische achtergrond. Bij de Kelten bestaan er talloze verhalen waarin mensen verwisselen van gedaante: meestal veranderen ze in een dier. Soms ook in stenen. In de andere gedaante is het gemakkelijker om een moeilijke taak te volbrengen of om contact te hebben met de andere wereld, de wereld van de overledenen en geesten dus. Als je je verkleed is het dus gemakkelijker om je eens onbezonnen uit te leven en te feesten. Of om te zingen op een podium zoals in The masked singer.

Zoals je kan horen, doen wij in ons dagdagelijkse leven niets anders dan oude, historische rituelen en tradities op één of andere manier te herhalen. Maar soms in een andere vorm, onder een andere naam, met een ander doel. We zijn gewoon recyclagedieren die houden van feesten als de beesten.

Het narrenschip, het schip der dwazen

Misschien kan ik eindigen met carnaval in de betekenis van scheepskar. Je weet wel de  carrus navalis. Een schip vol zotten en narren: het narrenschip. Dat doet mij denken een schilderij van Bosch waarvan je een afbeelding kan zien op mijn website bovickery.eu.

Het narrenschip  Bosch

Het narrenschip van Jheronimus Bosch – bron: Wikipedia

Maar vooral ook aan een allegorie van Plato: het schip der dwazen. Een politieke allegorie die verwijst naar het regeren, maar niet op basis van kennis. Het schip is de staat dat alleen onder de kundige leiding van de bemanning zijn bestemming kan bereiken. Ik lees een stukje voor: de scheepseigenaar is het volk, de kiezers in mijn ogen:

“De zeelieden ruziën onderling over de besturing van het schip, elk van hen denkende dat hij de kapitein zou moeten zijn.
Doch, nimmer heeft hij die vaardigheid geleerd, noch kan hij de persoon aanwijzen die het hem heeft onderwezen of de tijd benoemen wanneer hij het leerde.
Waarop zij zeggen dat het niet kan worden onderwezen. Feitelijk zijn ze bereid om eenieder in stukjes te hakken die stelt dat het kan.
De scheepseigenaar wordt altijd door hen omringd. Zij smeken hem, en zullen alles doen hem ertoe te bewegen, het roer aan hen af te doen staan.
Soms, wanneer anderen hem kunnen overtuigen, waar zijzelf falen, zullen zij dezen doden en overboord gooien.
Vervolgens immobiliseren ze hun waardige scheepseigenaar middels drugs of drank of met behulp van iets anders, en nemen de controle over het schip over, zich tegoed doende aan wat het vervoert.
Drinkend en feestend varen zij in de richting alwaar je dergelijke mensen verwacht heen te varen.
Bovendien, wanneer iemand goed is in het vinden van manieren om de scheepseigenaar te overtuigen of over te halen, om het gezag aan hen over te dragen, noemen zij hem: een echte zeeman, een echte kapitein, en zeggen dat hij echt kennis heeft van schepen. Iedereen die dit niet kan behandelen ze met minachting, noemen hem: nutteloos.
Zij begrijpen niet eens bijna dat als de kapitein daadwerkelijk geschikt is om het gezag te voeren over een schip, dat een echte kapitein volledig bekend moet zijn met: de seizoenen van het jaar; de sterren aan de hemel; de winden en alles wat met deze kunst te maken heeft.
Maar hoe hij het schip zal gaan besturen – ongeacht of zij dit van hem verlangen of niet – beschouwen zij niet als een toegevoegde vaardigheid of een studie die kan worden verworven naast de kunst van het kapitein zijn.
Indien dit de situatie is aan boord, denkt u dan niet dat de persoon, die oprecht geschikt is om kapitein te zijn, een sterrenkijker, een nutteloze kletsmajoor zal worden genoemd door hen die varen op schepen met een dergelijke bemanning?”

(Tekst van deze allegorie uit boek De republiek van Plato in het Engels, kan je hier raadplegen).

Deze allegorie bood inspiratie voor Sebastian Brant in 1494 voor zijn gedicht Das Narrenschiff.

Sebastian Brant

Sebastian Brant door Albrecht Dürer (1520) – bron: Wikipedia

In dit gedicht wordt verteld hoe een aantal schepen met narren koers zetten naar Narragonia, het land der dwaasheid. Het gedicht is een satirische kijk op de samenleving, waarbij het schip doelloos en stuurloos ronddobbert.

Wij varen rond door ieder land.
Elke haven en stand doorzoeken wij.
Wij varen rond met grote schade en kunnen de plek waar we moeten landen maar niet vinden.
Onze rondreis is zonder eind, want niemand weet waar hij landen kan.
En niemand rust, zowel overdag als ‘s nachts, en geen van ons slaat acht op de wijsheid.”

De vraag is dan misschien: we zijn gewoontedieren die houden van feesten als de beesten, maar is er nu wel of geen carnaval met een narrenschip?

Bronnen:
HEINZ, S., Keltische symbolen, Uitgeverij Verba.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Schip_der_Dwazen

https://nl.wikipedia.org/wiki/Het_narrenschip_(schilderij)

https://nl.wikipedia.org/wiki/Das_Narrenschiff

Geef een opmerking

Verwante post